- VVD, D66, CDA en ChristenUnie willen 2 miljard euro extra uittrekken voor lerarensalarissen, wonen en veiligheid.
- De motie die interim-fractievoorzitter Sophie Hermans daarover indiende, krijgt brede steun in de Tweede Kamer.
- Het demissionaire kabinet liet donderdagavond weten dat een deel van de salarisverhoging voor zorgpersoneel toch uit een verhoging van de vennootschapsbelasting komt.
Partijen van de voormalige regeringscoalitie in de Tweede Kamer willen 2 miljard euro extra uittrekken voor onder meer de woningmarkt, lerarensalarissen en de veiligheid. VVD heeft een motie ingediend om dit mogelijk te maken.
De Tweede Kamer heeft in grote meerderheid ingestemd met een aanpassing van de rijksbegroting van 2022 van 2 miljard euro. Alleen BIJ1 stemde tegen.
Het geld is bedoeld om de verhuurderheffing te verlagen (500 miljoen), de loonkloof tussen het primair en voortgezet onderwijs te verkleinen (500 miljoen) en de energierekening te verlagen (500 miljoen) voor burgers en bedrijven. Ook gaat er extra geld naar defensie (300 miljoen) en veiligheid (200 miljoen).
Oorspronkelijk was de inzet van de VVD om de begroting met 1 miljard euro ‘bij te plussen’. Sophie Hermans, vervangend fractievoorzitter van de VVD, was de afgelopen dagen op zoek naar steun van middenpartijen voor zaken die zij ook belangrijk vinden. GroenLinks en PvdA, die van VVD en CDA niet mee mogen praten over de vorming van een nieuw kabinet, hielden de boot woensdag echter af.
Dat bedrag wordt nu dus verdubbeld. "Ik dien deze motie in, maar het is geen VVD-motie", zei Hermans. Ze zei dat er met haar motie recht wordt gedaan aan alle grote vraagstukken waarover de afgelopen twee dagen is gedebatteerd tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen. Ze zei trots te zijn op dit parlement en hoopt nu een stap vooruit te zetten en dat vaker naar elkaar wordt geluisterd.
Ongeveer 1 miljard euro komt uit een maatregel die eerder in de begroting stond voor het bedrijfsleven, de zogenoemde Baangerelateerde Investeringskorting (BIK). Zo'n 700 miljoen euro komt door een renteaftrekregeling voor grote bedrijven aan te scherpen. Daarnaast laat het demissionaire kabinet het begrotingstekort met zo'n 300 miljoen euro oplopen.
Het kabinet liet eerder donderdag al weten dat de salarissen in de zorg omhoog gaan. Dat zou betaald worden uit een verhoging van de zorgpremie, tot ongenoegen van een deel van de Kamer. Die had namelijk eerder opgeroepen om zorgsalarissen te verhogen, en dit te betalen door de vennootschapsbelasting (VPB) te verhogen. Een deel van de salarisverhoging komt alsnog uit een verhoging van de VPB, laat het demissionaire kabinet donderdagavond weten. De rest komt nog wel uit een iets hogere zorgpremie.
Steun van PvdA en GroenLinks
Onder meer de PvdA en GroenLinks steunen het plan van de coalitie om 2 miljard euro extra uit te trekken voor huisvesting, lerarensalarissen, veiligheid en een verlaging van de energierekening. PvdA-leider Lilianne Ploumen en GroenLinks-leider Jesse Klaver zijn blij met het extra geld, maar maken wel een voorbehoud.
De PvdA beoordeelt pas later bij de behandeling van de afzonderlijke begrotingen definitief of ze vindt dat problemen echt goed aangepakt worden, aldus Ploumen. Klaver vindt de uitgebreide motie van de VVD een "eerste stap, maar we zijn er nog lang niet". Beide partijen dienden ook nog zelf enkele moties in over het onderwijs, verbetering van de koopkracht, de huisvesting en een noodplan voor de klimaatcrisis.
De twee linkse partijen waren woensdag nog afhoudend over een plan van vervangend VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans om 1 miljard te besteden aan zaken die de Kamer belangrijk vindt. Ze vonden dat te weinig om de grote vraagstukken aan te pakken. Maar donderdagavond besloten de 'oude' coalitiepartijen D66, CDA en CU samen met de VVD dat bedrag te verdubbelen. Daarvoor is ook een dekking gevonden in de begroting voor volgend jaar.
GroenLinks en PvdA zijn er verbolgen over dat zij niet meer mogen meepraten over de vorming van een nieuw kabinet. VVD en CDA willen dat niet, tot woede van D66. De liberaal-democraten willen juist een zo progressief mogelijk kabinet en niet verder met de ChristenUnie, de coalitiepartner van de afgelopen vier jaar. De drie grootste partijen overleggen nu onder leiding van informateur Johan Remkes over mogelijkheden om een minderheidskabinet te vormen.
Klaver en Ploumen zijn tegen een minderheidskabinet en bedanken ervoor om zich "een gedoogconstructie in te laten rommelen", zo maakten ze de afgelopen twee dagen nogmaals duidelijk tijdens het debat over de Prinsjesdagplannen. Aan het eind van het debat deed Klaver nogmaals een oproep om nu inhoudelijke onderhandelingen te starten, wat hem betreft over een meerderheidskabinet, met vijf partijen of zes, doelend op de ChristenUnie.
Hij waarschuwde tegelijk dat een rechts minderheidskabinet niet op een milde reactie kan rekenen van zijn partij, die in dat geval hard en stevig oppositie zal voeren. Volgens hem is er "een sociale meerderheid" in de Tweede Kamer, die ervoor zal zorgen dat er zoveel mogelijk linkse plannen zullen worden uitgevoerd.
Ook PVV-leider Geert Wilders hekelde de in zijn ogen opzichtige poging van Hermans om een beeld op te roepen dat een minderheidskabinet zal worden gesteund door de middenpartijen. Volgens hem brengt dat grote risico's met zich mee, omdat dit niet betekent dat deze partijen straks ook andere voorstellen zullen steunen. Dan komt er alsnog snel een crisis en dan worden er geen stappen vooruit gezet maar achteruit, aldus Wilders. Maar Hermans zei zich "op de begroting van volgend jaar te focussen en de formatie de formatie te laten."